De in Spanje geboren Pablo Picasso (1881-1973) behoeft eigenlijk geen introductie. De veelzijdige Spanjaard wordt alom beschouwd als een van de meest invloedrijke kunstenaars van het Modernisme. Naast kunstschilder was hij ook graficus, beeldhouwer en keramist. Hij beheerste verschillende stijlen als geen ander in zijn tijd en beïnvloedde talloze artiesten na hem.
Kleuren, materialen en vormen gingen eind 19e eeuw een autonome, soms symbolische, rol spelen. Vanuit deze beweging ontwikkelde Picasso, samen met Georges Braque, een revolutionaire nieuwe stijl: het kubisme. Hiermee wezen zij de weg naar een volkomen, abstracte, moderne kunst waarin er gebroken kon worden met de traditionele manier van kijken. Picasso kon diverse perspectieven binnen een en hetzelfde gelaat verenigen, alsof je het beeld tegelijk van alle kanten kunt zien. Waar Matisse de kleur heeft bevrijd, bevrijdt Picasso de vorm van het verdwijn puntperspectief.
Kunsthistoricus Krzysztof Dobrowolski-Onclin neemt je vanuit de prachtige Husly Lounge in het Felix Meritis in vogelvlucht mee langs verschillende factoren die deze schilder zo fascinerend maken. Aspecten die je misschien nog niét wist over deze 'goeroe van de avant-garde': wat heeft Picasso zo beroemd gemaakt? Welke werken stonden daarin centraal? En wat is er nog buiten het kubisme?